Lijm is een veelvoorkomend fenomeen in de (interieur)wereld. Deze manier van bevestigen is ongeveer zo oud als de mensheid. Uit archeologische vondsten bleek dat men in de prehistorie al lijmde. Blijf nog even plakken voor deze korte geschiedenisles over lijm!
Ten tijde van de Neolithische periode (5.300 voor Christus) kleefde men al spullen aan elkaar. Vroeger gebruikte onze voorvaderen daar een distillatie van witte berkenschors voor. In de ijzer- en bronstijd vermengde men dennenhars en bijenwas om te lijmen.
De oude Egyptenaren perfectioneerde de manier van lijmen ongeveer 4.000 jaar geleden. Door dierenhuiden, hoeven en bindweefsel te koken ontstond een kleverig goedje waarmee je eenvoudig spullen met elkaar kon verbinden. Lijm bleef echter een luxeproduct dat vooral ingezet werd om papyrusrollen te verstevigen en meubels voor farao’s te maken. In piramides werden gelijmde meubelen gevonden.
Renaissance omarmt kleefkracht
De oude Grieken en Romeinen pasten lijm vooral in de bouw toe. Hout en mozaïektegels werden met lijm aangebracht. Na de val van het Romeinse rijk daalde de populariteit van lijm tot een dieptepunt. De echte doorbraak van lijmgebruik in Europa liet nog lang op zich wachten. Pas in de 16e eeuw herontdekte men het gemak van kleefkracht.
Dierlijke lijm werd in de Renaissance weer gebruikt door de toenemende handel, de opkomst van de wetenschap en het gilde van houtbewerkers. De lijmtechnieken van de oude Romeinen werden geherintroduceerd en edellieden namen massaal geplakte meubels af. Ook de makers van snaarinstrumenten maakten dankbaar gebruik van lijm. Binnen no time nam het assortioment lijmsoorten snel toe. Zo werden er op ei gebaseerde kleefpasta’s ontwikkeld en diende visgraat als dankbare bron voor lijm. Zelfs de voorloper van onze huidige kit kent zijn oorsprong in de Renaissance. Toen werd echter een veredeld teerproduct gebruikt om naden en kieren van houten boten waterdicht te maken.
Rubber plakt
In de industriële revolutie ontstond op rubber gebaseerde lijm. Rond 1850 introduceerde men in Europa de eerste lijm op rubberbasis. Het duurde nog tot 1930 voordat de industrie in staat was om lijm op volledig synthetische basis te maken. Daardoor werd lijm betaalbaar en was het definitief geen product voor de rijken meer. Een echte mijlpaal in de lijmhistorie bereikte men in 1958 toen de superlijm voor het eerst het levenslicht zag.
De lijmindustrie staat niet stil. Meerdere laboratoria werken keihard om lijm milieuvriendelijker, ongevaarlijker en duurzamer te maken. Ook de maximale hechting wordt continu onder de loep genomen